Oorzaak en gevolg

Visualiseren van oorzaak-gevolg-redeneringen

Beschrijving van de (deel)vaardigheid
Het belangrijkste doel van dit lesmateriaal is om leerlingen vaardigheden aan te leren waarmee ze redeneringen kunnen ontleden. Leerlingen moeten een redenering ‘voor zich kunnen zien’ (visualiseren). Wat is oorzaak en gevolg, welke factoren spelen een rol, en wat is die rol? Pas wanneer je een redenering hebt ontleed kun je kijken in hoeverre de veronderstelde verbanden ook daadwerkelijk aannemelijk zijn.

Een voorbeeld: iemand hangt de stelling aan dat ‘drill rap’ verboden moet worden omdat muziekcultuur leidt tot meer steekpartijen. Maar klopt deze redenatie wel? En hoe kun je dat onderzoeken? Dit curriculummateriaal leert leerlingen bij zo’n redenering allereerst een oorzaak-gevolg-schema te maken. Daarnaast zouden leerlingen bij het zien van dit verband direct een kritische houding moeten aannemen. Is het echt aannemelijk dat er een oorzakelijk (causaal) verband tussen deze twee variabelen is, of is de werkelijkheid ingewikkelder? Is ‘drill rap’ wel de enige oorzaak, spelen er meer factoren, of is het wellicht een katalysator? Of is het omgekeerde waar? Is ‘drill rap’ een uitlaatklep van agressie en leidt een verbod tot meer geweld?

Leerlingen gaan inzien dat er verschillende analyses mogelijk zijn van, in dit geval, de toename van het aantal steekincidenten. Die analyses kunnen naast elkaar bestaan in bijvoorbeeld theorieën (denk aan de criminaliteitstheorieën) en eventueel worden onderzocht op hun houdbaarheid.

Uitgangspunten bij de didactiek
Het kunnen visualiseren van redeneringen is een vaardigheid die is opgebouwd uit deelvaardigheden. Om vaardigheden aan te leren moeten ze met regelmaat worden ingeoefend. Met dit materiaal worden een aantal benodigde deelvaardigheden stap voor stap uitgelegd in een stappenplan. Dit stappenplan – en daarmee de deelvaardigheden – wordt in een voorbeeldles doorlopen en dient in vervolglessen als scaffold. Niet beschreven in de lesopzet, maar wel aan te raden, is dat een docent geregeld klassikaal deelvaardigheden voordoet die leerlingen moeilijk vinden (bijv. het ‘ver-variabelen’ van bepaalde factoren). Via een bijgevoegde rubric kunnen leerlingen aan het eind van oefeningen controleren op welk niveau ze de vaardigheden beheersen.

Hoe vaardiger leerlingen worden in het visualiseren en beschrijven van verbanden, hoe complexer de opdrachten kunnen worden. In deze materialen is een aanzet gegeven tot een aantal opdrachten die complexer worden en daarmee ook ‘grotere inzichten’ proberen te bereiken. Na het tekenen van de verbanden moeten de leerlingen deze ook kunnen ‘vertalen’ (in de letterlijke zin van het woord), dat wil zeggen, in woorden omzetten. Hiervoor is gekozen omdat het tekenen weliswaar een gereedschap is waarmee verbanden beter mee kunnen worden begrepen, maar leerlingen uiteindelijk ook moeten kunnen verwoorden hoe verbanden werken.

Doordat de redeneringen zijn getekend, zijn de gevonden verbanden makkelijk tussen leerlingen te vergelijken. Door met elkaar in gesprek te gaan over de verschillen kan relatief eenvoudig worden bereikt dat leerlingen zien dat er meerdere ‘juiste’ analyses en oorzaak-gevolg-redeneringen naast elkaar kunnen bestaan. Dit nuttige inzicht kan leiden tot een ander inzicht, namelijk dat de oplossing van een vraagstuk kan verschillen afhankelijk van je analyse (en dus je referentiekader, theoretisch kader, paradigma, et cetera).

Aansluiting op de rubrics
Het curriculummateriaal beoogt om het sociaalwetenschappelijk redeneren van leerlingen naar een hoger niveau te kunnen tillen. Het gaat hierbij vooral om het ‘Verklaren van een maatschappelijk probleem’. Het progressiemodel beschrijft de verschillende redeneeractiviteiten in drie niveaus. De meest relevante subcategorieën voor dit curriculummateriaal zijn hieronder uitgelicht.

Rubric 2 ‘onderscheiden van oorzaken’ en ‘verbinden van oorzaken en gevolgen’

De vaardigheid van het kunnen visualiseren van een redenering, en er daarna kritisch naar kijken, is van belang wanneer je leerlingen bestaande redeneringen (en dus analyses) wilt laten duiden. Dit komt naar voren in de rubric ‘Verklaren van maatschappelijke problemen’. Leerlingen zijn vaak geneigd te blijven maar één oorzaak te noemen (‘Onderscheiden oorzaken’), halen oorzaak en gevolg door elkaar (‘Verbanden oorzaken en gevolgen’), zijn veel te stellig in de oorzakelijkheid, of zien niet dat wat een oorzaak lijkt, in feite een indicator is voor een dieperliggende oorzaak, die ook het bestudeerde probleem veroorzaakt. Door de ‘tekenlessen’ wordt dit visueel inzichtelijk. Bijvoorbeeld: Wat een oorzaak en een gevolg variabele lijken, blijkt – nadat er een antecederende variabele is gevonden – allebei gevolgen te zijn van eenzelfde oorzaak (zie bijvoorbeeld ‘Bakfietseigenaren stemmen Groen-Links’). Dit zijn inzichten waarmee leerlingen richting een sociaalwetenschappelijk niveau naar sociale fenomenen gaan kijken.

Om bij ‘Onderscheiden van oorzaken’ naar een meer sociaalwetenschappelijk niveau toe te werken is het ook mogelijk om leerlingen verschillende oorzaken en gevolgen te laten ‘clusteren’. Bijvoorbeeld:

  • op een specifiek schaalniveau, of:
  • vanuit politiek-normatieve visies, of:
  • die onderlinge samenhang vertonen, of:
  • gecombineerd (of juist gecontrasteerd) kunnen worden vanuit bepaalde sociologische theorieën.

Beschrijving kennisclip
De kennisclip die bij deze curriculummaterialen is ontwikkeld heeft grofweg drie doelen. Het eerste doel is dat wordt uitgelegd waarom het belangrijk is om een juiste analyse te kunnen maken van een probleem. Met andere woorden; waarom het belangrijk is om de redeneringen over de oorzaken van problemen te kunnen begrijpen.
Het tweede doel is om met aansprekende voorbeelden te laten zien, dat simpel klinkende verklaringen – monocausale redeneringen die je nog wel eens in media en politiek tegenkomt – vaak maar een klein deel zijn van een probleemanalyse, en dat het nuttig is juist verder te kijken. Welke aannames zitten achter die redeneringen, welke mechanismen zitten daarachter, en zijn die zo monocausaal zoals verondersteld?
Het derde doel is om alvast te laten zien hoe zo’n geschematiseerde, visuele vorm van een uitgeplozen redenering er uit kan zien. Dit is dus het doel van het modelleren van wat de leerlingen moeten gaan leren.

 


Beschrijving scaffolds
Een opdracht waarin wordt geprobeerd om leerlingen van een naïef naar een hoger denkniveau te tillen is de les ‘Bakfietseigenaren stemmen GroenLinks’. In de bron die leerlingen lezen, lijkt een verband te bestaan tussen politieke voorkeur en bakfietseigenaarschap. Via een aantal korte tekstfragmenten van stemgedrag, en het maken van een aantal denkstappen (wat leidt tot wat, welke werkelijke statistische verbanden bestaan er) wordt de leerling geleid naar het inzicht dat er weliswaar een verband is, maar dat die (zichtbare) correlatie een gevolg is van dieperliggende causale factoren. Zo wordt duidelijk dat mechanismen ten grondslag kunnen liggen aan ogenschijnlijke oorzaak-gevolg-relaties. Dit ‘inzicht’ is ook letterlijk; het wordt inzichtelijk gemaakt door het zichtbaar te maken door de verbanden te tekenen.

Ervaringen van leerlingen en docent
Leerlingen vinden de ‘tekenoefeningen’ leuk. Het is voor hen een andere manier van informatie verwerken dan ze gewend zijn. Oefeningen waarin oorzakelijke redeneringen gemaakt worden zijn meestal heel erg talig. Door te tekenen worden leerlingen actief uitgedaagd goed na te denken wat nou eigenlijk precies het verband is dat in een artikel wordt beschreven (expliciet) of gesuggereerd (impliciet). Leerlingen zien ook dat je die vaardigheid bij andere vakken zou kunnen gebruiken.

Ook blijken de vaardigheden heel erg moeilijk. Er is een enorm verschil in niveau. Het kost sommige leerlingen heel weinig moeite, maar veel leerlingen komen er zonder steun van de docent niet uit. Dit werd met name duidelijk doordat de lessen online zijn aangeboden; leerlingen moesten zelfstandig de opdrachten doorwerken, zonder hulp van de docent. Omdat de opbouw in moeilijkheid van de lessen nogal ‘stijl’ verloopt, haakten een aantal leerlingen af. Dit is relatief makkelijk te voorkomen door te kijken waar het precies misloopt en bij te sturen. Iets dat lastig bleek via online afname van de lessen.

Het is belangrijk dat steeds aan het einde van een les expliciet wordt gemaakt aan leerlingen waar de geleerde vaardigheid goed voor is. Dus: wat kan je nu, en hoe kan je dat weer gebruiken? Pas als dat duidelijk is voor leerlingen, kun je er de volgende keer weer naar verwijzen.
In dit materiaal oefenen leerlingen de visualiseer-vaardigheden met de voorbeeldles: ‘Ryans dilemma’. Omdat die les niets met maatschappijwetenschappen te maken heeft, is de relevantie voor het vak voor leerlingen wellicht niet duidelijk. Het kan een idee zijn om naar aanleiding van de kennisclip direct met een nieuwe grote casus (authentieke taak) te beginnen en vanuit dat ‘complexe’ probleem te laten zien hoe je dat tekent (dus: ver-variabelen, richting van het verband, kritisch kijken naar oorzaak – gevolg – mechanisme – antecederende factoren, etc.).

Lesmateriaal

Visualiseren 1 Beschrijving Curriculummaterialen (download pdf)

Visualiseren 2 Lesmateriaal Trainingsmateriaal (download pdf)

Visualiseren 3 Lesmateriaal Lessen (download pdf)

Visualiseren 4 Docentmateriaal Correctiemodellen En Rubrics (download pdf)


Redeneren over maatschappelijke problemen – NRO praktijkgericht onderzoek – Universiteit van Amsterdam, 2022
Visualiseren van oorzaak-gevolg-redeneringen – Chiel Huijskes (GSF)